Openbare databank voor Belgische rechtspraak: een stand van zaken

Op vandaag wordt slechts een beperkt deel van de Belgische rechtspraak gepubliceerd. De rechtzoekende zal zich moeten wenden tot verscheidene officiële databanken, (betalende) private databanken en juridische tijdschriften om relevante rechtspraak op te zoeken. Bovendien creëert deze situatie een wapenongelijkheid, aangezien niet alle rechtsonderhorigen in staat zijn om een beroep te doen op  gespecialiseerde advocaten die beschikken overeen privécollectie aan niet-gepubliceerde rechtspraak, en zich bijgevolg slechts zullen kunnen verdedigen de beperkte publiekelijk beschikbare rechtspraak. Een openbare, integrale databank voor Belgische rechtspraak dringt zich dus op. Met de nieuwe wet van 5 mei 2019 over de bekendmaking van vonnissen en arresten leek het startschot voor een integrale Belgische rechtspraakdatabank gegeven te zijn. Wat is de stand van zaken vandaag?

 1.     Voorafgaand: Overzicht van de huidige officiële rechtspraakdatabanken

In België is de meeste rechtspraak niet gepubliceerd, net zoals dit in andere Europese landen het geval niet is. De rechtspraak die wel gepubliceerd is, is veelal terug te vinden via publicaties in (betalende) juridische tijdschriften en databanken.

Verder beschikt België ook over een aantal officiële, publiekelijk toegankelijke rechtspraakdatabanken:

 

website https://justitie.belgium.be/nl/rechterlijke_orde/hoven_en_rechtbanken/hof_van_cassatie/documenten/arresten_van_cassatie (arresten Hof van Cassatie)

Hieronder volgt een korte bespreking van deze databanken.

1.1.      Algemene rechtspraakdatabank: JureJuridat / Juportal

JureJuridat is de databank waarop verschillende vonnissen en arresten kunnen worden teruggevonden. In  oktober 2020 werd deze databank opgevolgd door het nieuwe “Juportal”. De databank bevat arresten van zowel het Hof van Cassatie als van het Grondwettelijk Hof, arresten van de Arbeidshoven en vonnissen van de arbeidsrechtbanken, maar slechts zeer selectief andere rechtspraak. De arresten van de Raad van State zijn slechts in zeer beperkte mate opgenomen.[1]

De FOD Justitie beheert de Juportal database, maar uiteindelijk beslissen de individuele rechtscolleges op vrijwillige basis welke beslissingen zij publiceren in Juportal.[2] De verspreiding van rechtspraak gebeurt bijgevolg op eerder willekeurige wijze. Wel bieden de selectiecriteria van het beheerscomité van Phenix, het informatiesysteem van Justitie, hiervoor een houvast.[3]

Op basis van deze selectiecriteria worden volgende beslissingen niet gepubliceerd in de databank:

  • beslissingen waarbij het antwoord op de aangevoerde middelen niet afwijkt van de bestaande rechtspraak. Beslissingen over de bewijsmiddelen die in overeenstemming zijn met de bestaande tendens, komen evenmin in de databank;
  • beslissingen die de kennelijke onbevoegdheid van de rechtbank, de kennelijke niet-ontvankelijkheid van de eis en het vanzelfsprekend karakter van de ongegrondheid van de eis vaststellen;
  • beslissingen waarbij de motivering is opgesteld volgens een standaardformule of een vormclausule. Het gaat om een formulering die kan herkend worden aan de hand van modules zoals in een tekstverwerking. Het gaat bv. om verstekvonnissen, aanwijzingen van deskundigen…

Volgende beslissingen zouden op basis van de selectiecriteria, wél gepubliceerd worden in de databank:

  • Beslissingen die voor opschudding zorgen in de samenleving;
  • Beslissingen die een rechtsterm of rechtsbegrip uiteenzetten, m.a.w. beslissingen die een rechtsregel formuleren of wijzigen;
  • Beslissingen waarin de toegepaste interpretatiemethode leidt tot een ongebruikelijke toepassing van een rechtsregel op de feiten;
  • Beslissingen waarin volkomen nieuwe argumenten worden aangevoerd of waarin een rechtsbeginsel of een geheel van zaken van algemeen belang ter discussie wordt gesteld;
  • Beslissingen over de bevoegdheid van het rechtscollege;
  • Beslissingen waarin constante rechtspraak wordt bevestigd of waarbij de rechter een afwijkend standpunt inneemt of een andere oplossing geeft dan de oplossing die het openbaar ministerie of een hoger rechtscollege voorgesteld heeft.

Gepubliceerde beslissingen worden in principe eerst anoniem gemaakt door het rechtscollege dat het arrest in Juportal invoert.

1.2.      Specifieke rechtspraakdatabanken

Arresten van het Grondwettelijk Hof kunnen op de website www.grondwettelijkhof.be worden teruggevonden. Veelal alle rechtspraak van het Grondwettelijk Hof, vanaf de oprichting van het Hof in 1980[4] tot heden, kan worden geraadpleegd

De arresten van de Raad van State kan men vanaf 1994 terugvinden via www.raadvanstate.be. Doorgaans worden alle arresten van de Raad van State gepubliceerd. Bovendien wordt de rechtspraak zeer snel online geplaatst en is de zoekmachine handig in gebruik.

Arresten van het Hof van Cassatie vanaf 1990 tot mei 2015 kunnen ook op de website van het Hof van Cassatie[5] worden teruggevonden. Echter, de magistraten kiezen zelf welke arresten zij wensen te publiceren. Bij de publicatie van de arresten van het Hof van Cassatie is er dus een kwalitatieve filter die de toegang tot een deel van de rechtspraak verhindert.[6]

2.     Naar een integrale rechtspraakdatabank: vechten met gelijke wapens

Behalve de rechtspraak van de Raad van State en het Grondwettelijk Hof wordt Belgische rechtspraak op willekeurige wijze bekendgemaakt via officiële databases (supra), maar ook via juridische tijdschriften of private gegevensbanken. Zo krijgen juridische tijdschriften krachtens artikel 280, 5° van het wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten gratis kopieën mee van gerechtelijke beslissingen die zij relevant achten om te publiceren. De beslissing tot publicatie van een gerechtelijke beslissing wordt dus overgelaten aan het tijdschrift zelf, en een vonnis of arrest dat gepubliceerd wordt in een tijdschrift kan veelal slechts geraadpleegd worden mits betaling. Dit is voor veel rechtszoekenden problematisch aangezien zo de gelijke toegang tot dezelfde rechtsbronnen wordt verhinderd.[7]

 

Bovendien komt het voor dat gespecialiseerde advocaten die werkzaam zijn in specifieke domeinen waarover weinig rechtspraak wordt gepubliceerd, en die over een eigen collectie van niet-bekendgemaakte vonnissen of arresten beschikken, een groot ‘munitie-voordeel’ hebben ten aanzien van hun tegenpartij die hier niet over beschikt.[8]

 

Hetzelfde kan gezegd worden over de fiscale administratie, die door het bekomen van verschillende vonnissen en arresten in procedures met belastingplichtigen een eigen centrale database kan aanleggen van niet-gepubliceerde beslissingen in haar voordeel. Dit terwijl de fiscale advocaat of rechtzoekende enkel toegang heeft tot gepubliceerde rechtspraak.

 

Dit onevenwicht schendt de wapengelijkheid in gerechtelijke procedures. Om die reden kan de ontwikkeling van een integrale, publiek toegankelijke rechtspraakdatabank alleen maar aangemoedigd worden.

3.      Data-mining en voorspelling van gerechtelijke beslissingen

Met behulp van data mining tools kan men uit een ongestructureerde informatieverzameling verschillende en vooral onvoorziene verbanden en trends te ontdekken. Data mining kan worden losgelaten op rechtspraak, wanneer deze integraal kan geraadpleegd worden in een databank. Volgens de ontwikkelaars van kunstmatige intelligentie zal de verwerking van rechterlijke beslissingen in grote mate bijdragen tot een betere voorspelbaarheid van de toepassing van het recht.[9]

Als gevolg hiervan worden verschillende trends voorspeld. Zo zou de rechtspraak als bron van het recht toenemen. Bijgevolg zou kennis van de wijze waarop rechtsregels door rechters worden toegepast de rechtsonzekerheid gedeeltelijk wegnemen. Deze afname van rechtsonzekerheid kan partijen mogelijks versterken in hun positie, wat verder tot gevolg zou kunnen hebben dat partijen eerder zullen teruggrijpen naar alternatieve geschillenbeslechting-methodes, wat voor zowel de staat als de partijen aanzienlijke kosten zou besparen.[10]

Verder zou de mogelijkheid van het opstellen van profielen van rechters door middel van kruisverwijzingen tussen openbare en particuliere gegevens particuliere bedrijven en hun advocaten in staat kunnen stellen nog meer aan forum shopping te doen. Deze tactiek is al lang waargenomen in de Verenigde Staten en in Frankrijk voor persmisdrijven en inbreuken op de privacy in de pers, waar reeds bekend is dat eisers de rechtbank kiezen die de hoogste schadevergoedingen en rente lijkt toe te kennen.

4.     Stand van zaken: “Wettelijke basis, maar geen wetgevend kader”

4.1.      Wet van 5 mei 2019

Op 22 april 2019 werd artikel 149 van de Belgische Grondwet gewijzigd. Vóór die datum moest in principe elke rechterlijke uitspraak in openbare terechtzitting worden uitgesproken. In de praktijk gebeurde dit echter veelal niet.[11] Dankzij de wijziging van de Grondwet worden rechterlijke uitspraken voortaan openbaar bekend gemaakt op de wijze die door de wet wordt bepaald.

Met de wet van 5 mei 2019 tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en het Gerechtelijk Wetboek wat de bekendmaking van de vonnissen en arresten betreft, werd vervolgens het startschot gegeven voor de installatie van een publiek toegankelijke, elektronische databank met Belgische rechtspraak.

Hiertoe wordt in artikel 782bis Ger.W. aangepast in die zin dat rechterlijke beslissingen integraal zullen worden opgenomen in een voor het publiek toegankelijke, elektronische databank van vonnissen en arresten van de rechterlijke orde, na anonimisering (gegevens die de rechtstreekse identificatie van de partijen en de andere personen betrokken in de zaak toelaten, zullen worden weggelaten).

De inwerkingtreding van de wet van 5 mei 2019 was gepland op 1 september 2020. Tegen dan zou de elektronische databank operationeel moeten zijn.

4.2.      Uitstel tot september 2021

De geplande deadline van 5 mei 2019 bleek niet haalbaar. Zo stelt artikel 73 Wet van 31 juli 2020 houdende diverse dringende bepalingen inzake justitie dat in artikel 9 van de wet van 5 mei 2019 de woorden “op 1 september 2020” vervangen worden door de woorden “op 1 september 2021”.

De memorie van toelichting motiveert het uitstel als volgt: “In een wetsbepaling spreken over een databank, geeft die databank misschien een wettelijke basis, maar daarom nog geen wettelijk kader.” Bij de creatie van een databank moeten immers een aantal zaken in de wet worden verankerd en vervolgens via koninklijke en ministeriële besluiten nader worden geregeld en uitgevoerd.

De memorie van toelichting erkent dus dat de wettelijke basis voor een integrale rechtspraakdatabank in de wet is vastgelegd, maar benadrukt dat de wetgever wel nog een aantal knopen zal moeten doorhakken. Ter illustratie kan gewezen worden op volgende vraagstukken die nog onderzocht zullen moeten worden:

  • Komt er ook een intern luik voor magistraten en zo ja, hoe ziet dit er dan uit?
  • Hoe zal recht op privacy op de meest efficiënte wijze wordt beschermd? Is anonimisering voldoende?
  • Zullen waarborgen worden ingebouwd die verhinderen dat bepaalde uitspraken via artificiële intelligentie kunnen gelinkt worden aan bepaalde magistraten, om zo toekomstige uitspraken te kunnen voorspellen?
  • Zullen strafrechtelijke uitspraken op dezelfde manier behandeld worden als burgerrechtelijke uitspraken?
  • Zullen de vonnissen en arresten uit het verleden ook worden gepubliceerd?
4.3.      Verder uitstel?

Minister van Justitie Vincent van Quickenborne (Open VLD) lichtte het verdere verloop van de integrale rechtspraakdatabank onlangs toe in een antwoord op een schriftelijke vraag:

 “Dit is geen eenvoudig project maar wel een traject dat enkele jaren in beslag zal nemen om tot een volledig resultaat te komen.” [12]

Er zijn inderdaad meerdere elementen die overwogen moeten worden vooraleer men een Belgische rechtspraakdatabank kan beginnen ontwikkelen, zoals hiervoor reeds illustratief opgesomd.

Binnen Justitie zou er wel een project lopen dat tot doel heeft om, enerzijds, het wettelijk kader voor een databank van vonnissen en arresten te vervolledigen en, anderzijds, de databank te realiseren, rekening houdend met de behoeften van zowel de interne als externe gebruikers van Justitie en, op het vlak van anonimisering, rekening houdend met de regelgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens. [13]

Wat de anonimisering van de vonnissen en arresten betreft, is men aan het bekijken of dit op geautomatiseerde wijze kan gebeuren. Zo is Justitie bezig met het ontwikkelen van een systeem voor het automatisch anonimiseren van vonnissen en arresten, en dit samen met de experts van de verschillende universiteiten van ons land.[14]

Dat Justitie stappen onderneemt om een Belgische rechtspraakdatabank te realiseren is duidelijk. Wanneer deze er zal komen en in welke vorm, blijft voorlopig nog onduidelijk. Het staat in ieder geval vast dat een verder uitstel van de deadline niet onvermijdelijk is.

Voor assistentie bij gerechtelijke procedures kunt u steeds beroep doen op het Dispute Resolution team van EY Law, bestaande uit Philip Peerens, Margaux van Opdenbosch en Sarah van Veen.

Sarah van Veen

Lawyer EY Law

 

[1] Commission De Modernisation De L’Ordre Judiciaire, Verslag gewijd aan de bekendmaking van rechterlijke beslissingen, 30 juni 2014.

[2] Commission De Modernisation De L’Ordre Judiciaire, Verslag gewijd aan de bekendmaking van rechterlijke beslissingen, 30 juni 2014.

[3] 05 oktober 2007 – Beheerscomité Phenix – Bericht – Selectieregels voor de rechtspraak opgenomen in de externe gegevensbank voor de rechtspraak, B.S. 05 oktober 2007, p.52449

[4] Het eerste arrest van het Grondwettelijk Hof (toen ArbitrageHof) werd uitgesproken op 5 april 1985.

[5] https://justitie.belgium.be/nl/rechterlijke_orde/hoven_en_rechtbanken/hof_van_cassatie

[6] Art. 136 Ger. Wb.; Commission De Modernisation De L’Ordre Judiciaire, Verslag gewijd aan de bekendmaking van rechterlijke beslissingen, 30 juni 2014.

[7] TAELMAN, P., VAN DER HAEGEN, M., Recht op recht! Publicatie van rechtspraak, in X., Liber Amicorum Willy van Eeckhoutte. De taal is gans het recht , 257-284 (26 p.).

[8] Ibid.

[9] https://rm.coe.int/ethical-charter-in-dutch/168096f74b

[10] Ibid.

[11] Cass. 29 november 2011, AR P.10.1766.N, JT 2012, 463 – en daarbij horende conclusie van M. TIMPERMAN

[12] De Kamer van Volksvertegenwoordigers – Schriftelijke vraag en antwoord nr 55-141 : Uitstel digitale databank (MV 9242C).

[13] CRIV 55 COM 343, Vraag van Kristien Van Vaerenbergh aan Vincent Van Quickenborne (12.02).

[14] Ibid.