Het ontslag van bestuurders onder het WVV

Vanaf 1 januari 2020 treden de nieuwe regels van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (“WVV”) in werking.

In deze bijdrage overlopen we de ontslagregeling van bestuurders in de BV, de CV en de NV onder het nieuwe recht. We staan achtereenvolgens stil bij de gevallen waarin het mandaat verstrijkt (I.), de bestuurder zelf zijn mandaat neerlegt (II.), de bestuurder ontslagen wordt (III.). We eindigen met een slotnoot over de hoedanigheid van de bestuurder als zelfstandige (IV.).

 

I.       Verstrijken mandaat

Bestuurders worden benoemd voor ofwel een bepaalde ofwel voor onbepaalde termijn.

Wanneer een bestuurder werd benoemd voor een bepaalde termijn is het vanzelfsprekend dat er een einde komt aan zijn bestuursmandaat door het verstrijken van de periode waarvoor hij benoemd werd. Hetzelfde geldt voor de bestuursmandaten die eindigen omdat zij wettelijk beperkt zijn tot een maximumperiode, zoals bijvoorbeeld in de NV (zes jaar).

Hoewel het verstrijken van de benoemingstermijn technisch gezien verschillend is van ontslag, is het resultaat gelijk: indien de bestuurder niet herbenoemd wordt, zal deze in principe niet meer voor de vennootschap kunnen optreden.

Met de komst van het WVV wordt nu verduidelijkt dat een bestuursmandaat loopt tot de (jaarlijkse) gewone algemene vergadering van het boekjaar waarin het mandaat volgens het benoemingsbesluit verstrijkt (tenzij de statuten van de vennootschap of het benoemingsbesluit anders bepalen). Indien de (jaarlijkse) gewone algemene vergadering niet op de statutair bepaalde datum kan worden gehouden, zal het mandaat niettemin worden verlengd tot de datum waarop de uitgestelde (jaarlijkse) gewone algemene vergadering zal worden gehouden.

Hierna richten we ons op het beëindigen van bestuursmandaten van onbepaalde duur en van mandaten van bepaalde duur die voortijdig worden beëindigd.

 

II.      Bestuurder legt zelf het mandaat neer

Zoals voorheen kan het initiatief tot ontslag nog steeds uitgaan van de bestuurder zelf. Bestuurders die niet in de statuten werden benoemd kunnen ontslag nemen door loutere kennisgeving aan het bestuursorgaan van de vennootschap. De ontslagnemende bestuurder blijft in dat geval aan tot de vennootschap redelijkerwijze in zijn vervanging kan voorzien. Indien het bestuursorgaan een college vormt, hebben de overblijvende bestuurders het recht om een nieuwe bestuurder te coöpteren (tenzij de statuten van de vennootschap dit recht zouden uitsluiten). De benoeming van de nieuwe bestuurder wordt in dat geval nadien bevestigd bij beslissing van de algemene vergadering.

Nieuw is dat een bestuurder nu zelf het nodige kan doen om zijn ontslag te publiceren in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad. Hij kan er met andere woorden voor zorgen dat zijn ontslag tegenstelbaar wordt gemaakt aan derden als het bestuursorgaan hiertoe niet de nodige stappen onderneemt.

Het bovenstaande geldt eveneens voor statutair benoemde bestuurders, met de nuance dat het ontslag in principe een statutenwijziging vereist.

 

III.    Bestuurder wordt ontslagen

Meestal gaat het initiatief tot ontslag uit van de algemene vergadering. In het WVV wordt verduidelijkt dat de algemene vergadering het enige orgaan is dat bevoegd is om bestuurders te benoemen en te ontslaan.

Er moet worden genuanceerd dat:

  • in de NV met een duaal bestuursorgaan het de Raad van Toezicht is die de leden van de Directieraad benoemt en ontslaat. Leden van de Raad van Toezicht worden dan weer wel benoemd en ontslagen door de algemene vergadering; en
  • dagelijkse bestuurders worden benoemd en ontslagen door het bestuursorgaan en niet door de algemene vergadering.

Verder is het voor de niet-statutair benoemde bestuurders nog steeds de regel dat zij kunnen worden ontslagen zonder voorafgaande motivering of zonder opgave van enige reden (ad nutum). Nieuw is evenwel dat de algemene vergadering hiervan kan afwijken en een opzeggingstermijn kan bepalen voor de ontslagen bestuurder of hem een vertrekvergoeding kan toekennen (tenzij de statuten dit uitdrukkelijk verbieden). Dit geldt evenwel niet indien de bestuurder wordt ontslagen om wettige redenen.

De statutair benoemde bestuurders kunnen slechts ontslagen worden met een bijzondere meerderheid die vereist is voor een statutenwijziging.

Let op: thans is het ook in de NV mogelijk om een enige bestuurder statutair te benoemen. Hierdoor wordt het ook in een NV mogelijk om een bestuurder te beschermen tegen ontslag.

 

IV.    Bestuurder heeft de hoedanigheid als zelfstandige

Het oude vennootschapsrecht liet toe dat bestuurders tegelijk met hun mandaat een arbeidsovereenkomst met de vennootschap hadden gesloten. De bepalingen van het WVV verduidelijken nu dat bestuurders niet door middel van een arbeidsovereenkomst met de vennootschap verbonden kunnen zijn. De relevantie hiervan is dubbel:

  • Het wordt uitgesloten dat een ontslagen bestuurder zich als werknemer op een (gunstige) ontslagbescherming zouden kunnen beroepen als “vangnet”; en
  • het wordt (impliciet) bevestigd dat gedurende de periode van hun mandaat de bestuurders optreden als zelfstandigen.

Nuttig om te weten is dat ook personen zonder mandaat kunnen belast worden met de (operationele) leiding over de vennootschap. In tegenstelling tot het mandaat van bestuurder kunnen de personen met leidinggevende functies zoals directeur, manager, CEO, etc. wel door middel van een arbeids- of managementovereenkomst worden verbonden. In diezelfde zin is het mogelijk dat een persoon belast met het dagelijks bestuur van de vennootschap (“dagelijks bestuurders”) zijn mandaat uitoefent krachtens een overeenkomt.

 

Mocht u na het lezen van dit artikel nog vragen hebben, neem dan contact op met één van de advocaten van EY Law.