Questions about this article?
Talk to the authors

Bruno Cardoen
Partner
Private Wealth | Tax Controversy
De Vlaamse regering heeft op 3 oktober ll. haar principiële goedkeuring verleend aan een voorontwerp van Programmadecreet voor de begroting 2026, dat belangrijke wijzigingen doorvoert in het gunstregime voor de overdracht van familiale vennootschappen en ondernemingen. Het gaat vooralsnog om een voorontwerp, maar de krachtlijnen lijken wel al vast te liggen. De maatregelen zouden, ingeval het decreet zou worden aangenomen, in werking treden op 1 januari 2026.
Huidige regeling
Het huidige gunstregime voorziet in een volledige vrijstelling van schenkbelasting of een verlaagd tarief van erfbelasting (van 3% of 7%) bij de schenking of de vererving van aandelen van een ‘familiale vennootschap’. Om als een familiale vennootschap te kunnen worden beschouwd, moeten verschillende voorwaarden zijn vervuld: de schenker moet – alleen of samen met zijn familie - een bepaald controlebelang in de vennootschap in volle eigendom bezitten; daarnaast moet de vennootschap een kwalificerende activiteit (handel, landbouw, nijverheid of ambacht) of een vrij beroep uitoefenen; ten slotte moet de door de vennootschap uitgeoefende activiteit ook een ‘reële economische activiteit’ betreffen. Of er al dan niet sprake is van een reële economische activiteit, wordt bepaald aan de hand van twee mathematische parameters, t.w. deze inzake de loonlast en inzake het bezit van terreinen en gebouwen, die beide worden beoordeeld ten opzichte van het totaal actief.
Volgens de Vlaamse Regering wordt het gunstregime in bepaalde gevallen gebruikt als een ‘fiscale optimalisatietechniek’, met name om door de vennootschap aangehouden privaat onroerend goed fiscaal voordelig over te dragen. Het voorontwerp van Programmadecreet beoogt die ‘oneigenlijke toepassingen’ tegen te gaan door een aantal wijzigingen aan te brengen.
Belangrijkste wijzigingen in het voorontwerp
De eerste grote wijziging houdt in dat onroerende goederen ‘die tot bewoning worden aangewend of zijn bestemd’ voortaan volledig worden uitgesloten van de gunstregeling. Bedoeld wordt dus het ‘residentieel’ vastgoed dat (rechtstreeks of onrechtstreeks, zie verder) wordt aangehouden door een - voor het overige kwalificerende- familiale vennootschap.
Merk op dat het hier om een strikt objectieve kwalificatie gaat, die geen rekening houdt met het feit dat welbepaalde goederen, die voor bewoning worden bestemd, niettemin dienstig kunnen zijn voor de economische activiteit. In de plenaire vergadering verklaarde Minister Weyts nochtans nog dat de Regering het erover eens was geraakt om enkel het onroerend goed dat ‘niet dienstig is voor de economische activiteit’ uit te sluiten, waarbij de ‘eigen woning in sommige gevallen wel, en in sommige gevallen niet’ als dienstig voor de economische activiteit zal worden beschouwd (zie Parl Vr. dd. 1 oktober 2025 van Simon Bekaert aan Ben Weyts).
Naast residentieel vastgoed, zullen ook bouwgronden expliciet worden uitgesloten van het gunstregime.
Wanneer een vennootschap zowel kwalificerende activa als uitgesloten onroerende goederen bezit, moet worden bepaald in welke mate de waarde van die uitgesloten goederen in de waarde van de aandelen is gereflecteerd. Het gunstregime geldt volgens het voorontwerp immers enkel voor het ‘restgedeelte’, d.i. de verkoopwaarde van de overgedragen aandelen verminderd met de verkoopwaarde van de uitgesloten onroerende goederen. Het uitgesloten gedeelte van de waarde van de aandelen zal onderworpen worden aan de gewone tarieven voor roerende goederen in de schenk- en de erfbelasting.
De waardering van de aandelen moet verplicht gebeuren door een bedrijfsrevisor - die niet de commissaris is - of door gecertificeerd accountant, die een verslag opstelt over de waarde van de aandelen en het gedeelte daarvan waarvoor het gunstregime niet geldt.
Voor de uitsluiting van het residentieel vastgoed uit de gunstmaatregel, dient de volledige groepsstructuur in overweging te worden genomen. Indien een holding als actieve vennootschap wordt beschouwd, wordt de gunstmaatregel op basis van de huidige regelgeving toegepast zonder verdere toetsing van de aard van de activa van de onderliggende vennootschappen. Dit impliceert dat wanneer een dochtervennootschap residentieel vastgoed aanhoudt, dit vastgoed – althans onder de huidige regeling – toch in aanmerking kan komen voor de gunstmaatregel.
Om dit te vermijden wordt bepaald dat de gunstmaatregel niet van toepassing is op het gedeelte van de waarde van de aandelen dat het residentieel vastgoed in de familiale vennootschap én in participaties van minstens 10% van de familiale vennootschap in haar dochtervennootschappen, vertegenwoordigt. Een participatie van minder dan 10% heeft een verwaarloosbaar belang. Voor dergelijke kleine participaties dient bijgevolg niet te worden nagegaan in welke mate de waarde van het residentieel vastgoed gereflecteerd wordt in de waarde van de aandelen van de dochtervennootschap.
Het verslag van de bedrijfsrevisor of de gecertificeerd accountant moet uiterlijk binnen de zeven dagen, te rekenen vanaf de eerste werkdag die volgt op de datum van registratie van de authentieke schenkingsakte, aan de Vlaamse belastingdienst worden bezorgd. Indien de schenkingsakte tussen 1 januari 2026 en 31 maart 2026 zou worden verleden, wordt de indieningstermijn van het verslag van de bedrijfsrevisor of gecertificeerd accountant verlengd met 60 dagen. Ingeval van vererving wordt het verslag aan de aangifte van nalatenschap toegevoegd.
De huidige beoordeling op basis van de zgn. ‘parameters’ om de reële economische activiteit aan te tonen, zou verdwijnen. In plaats daarvan wordt het ‘oneigenlijke’ gebruik van de gunstmaatregel vermeden door de waarde van de aandelen, die het residentieel vastgoed en de bouwgronden in de familiale vennootschap vertegenwoordigen, uit te sluiten van de gunstmaatregel, zoals hierboven uiteengezet.
Op heden bestaat al de mogelijkheid om, voorafgaand aan de schenking van de aandelen van een familiale vennootschap, een zgn. ‘test-attest’ aan te vragen bij de Vlaamse belastingdienst, dat toelaat om bevestiging te bekomen of de geplande schenking, al dan niet geheel, aan de voorwaarden voor de vrijstelling van schenkbelasting voldoet. Het voorontwerp voorziet dat het voortaan ook mogelijk zou zijn om de bevestiging van de Vlaamse belastingdienst uit te breiden tot de waardering van de aandelen in het door de bedrijfsrevisor of accountant opgestelde verslag. Ook inzake de erfbelasting zal het gebruik van een attest ingevoerd worden, dat in voorkomend geval beperkt blijft tot de waardering van de aandelen.
Action Points
Talk to the authors
Bruno Cardoen
Partner
Private Wealth | Tax Controversy